18.08.2012, 14:56
En zooals een die hoort uit vreemde kelen
Of nachtlijk van uitjuublend klokkespel
De hooge noten die hem zelf te kweelen
Eens drong jonglevendhelle stemmewel,
Gebarsten klok nu nimmermeer te spelen, -
Het is hem wonder droef en wonder wel,
En ziel lijdt teeder langs die zachte zeelen
Naar hemel van muziek uit stiltes hel, -
Zoo zullen tot mijn hooge slaapvertrek
Uw woorden klimmen door het dunne duister.
Ik vouw mijn handen op het stugge dek
En houd mijn adem lijdlijk in en luister,
Als zeî mij de oudste liefste stem die 'k ken,
't Gebed voor, dat ik lang vergeten ben.
Of nachtlijk van uitjuublend klokkespel
De hooge noten die hem zelf te kweelen
Eens drong jonglevendhelle stemmewel,
Gebarsten klok nu nimmermeer te spelen, -
Het is hem wonder droef en wonder wel,
En ziel lijdt teeder langs die zachte zeelen
Naar hemel van muziek uit stiltes hel, -
Zoo zullen tot mijn hooge slaapvertrek
Uw woorden klimmen door het dunne duister.
Ik vouw mijn handen op het stugge dek
En houd mijn adem lijdlijk in en luister,
Als zeî mij de oudste liefste stem die 'k ken,
't Gebed voor, dat ik lang vergeten ben.