Sonett-Forum

Normale Version: En zooals een die hoort uit vreemde kelen
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
En zooals een die hoort uit vreemde kelen

Of nachtlijk van uitjuublend klokkespel

De hooge noten die hem zelf te kweelen

Eens drong jonglevendhelle stemmewel,

Gebarsten klok nu nimmermeer te spelen, -

Het is hem wonder droef en wonder wel,

En ziel lijdt teeder langs die zachte zeelen

Naar hemel van muziek uit stiltes hel, -



Zoo zullen tot mijn hooge slaapvertrek

Uw woorden klimmen door het dunne duister.

Ik vouw mijn handen op het stugge dek

En houd mijn adem lijdlijk in en luister,

Als zeî mij de oudste liefste stem die 'k ken,

't Gebed voor, dat ik lang vergeten ben.