13.08.2012, 16:32
En dikwijls doolde ik door dat dorp, die velden
Waar, voor 'k u vond, uw vroegste kindsheid vlood,
Ik dacht uw beeld te zien in 't rozerood,
Dat uit de nachtgeboren wolken welde.
En, als de middagzon door 't loover schoot
Der wilgen, die naar 't koele water helden,
Dan was het of die boomen mij vertelden
Dat ge eens, als ik, de schaduw daar genoot.
Of, als de nacht zijn zilvren nevelen spreidde,
Het veld, de stroom, in vollen vrede sliep,
Dan was het of daar uit der wateren diep,
Waarin de volle maan mijn schreên geleidde,
Een weemoedvolle stem van vroeger tijden
Uw naam aan 't nachtelijke landschap riep.
Waar, voor 'k u vond, uw vroegste kindsheid vlood,
Ik dacht uw beeld te zien in 't rozerood,
Dat uit de nachtgeboren wolken welde.
En, als de middagzon door 't loover schoot
Der wilgen, die naar 't koele water helden,
Dan was het of die boomen mij vertelden
Dat ge eens, als ik, de schaduw daar genoot.
Of, als de nacht zijn zilvren nevelen spreidde,
Het veld, de stroom, in vollen vrede sliep,
Dan was het of daar uit der wateren diep,
Waarin de volle maan mijn schreên geleidde,
Een weemoedvolle stem van vroeger tijden
Uw naam aan 't nachtelijke landschap riep.