12.08.2012, 11:06
.
Hier, tusschen hooge heuv'len ingezonken
Ligt, eeuwig koel, de donkre waterplas,
Klaar-kaatsend, als het rimp'loos spiegelglas
De hoogste loov'ren van de zon doorblonken.
Hoe zacht wij naderde', onze stille pas
Had storend in die eenzaamheid geklonken,
De raven vloden op met luid gekras
Der spechten haam'ren stilde in de oude tronken.
Op verre hofstee stierf met zwak geluid
Een haanklaroen in 't brandend middaggloren,
De insecten gonsden rond der bramen blaân....
De bleeke roze zond haar geuren uit....
Weet gij nog, Lìef, hoe lang we in droom verloren
Aan dat klaar water hebben stil gestaan?
Hier, tusschen hooge heuv'len ingezonken
Ligt, eeuwig koel, de donkre waterplas,
Klaar-kaatsend, als het rimp'loos spiegelglas
De hoogste loov'ren van de zon doorblonken.
Hoe zacht wij naderde', onze stille pas
Had storend in die eenzaamheid geklonken,
De raven vloden op met luid gekras
Der spechten haam'ren stilde in de oude tronken.
Op verre hofstee stierf met zwak geluid
Een haanklaroen in 't brandend middaggloren,
De insecten gonsden rond der bramen blaân....
De bleeke roze zond haar geuren uit....
Weet gij nog, Lìef, hoe lang we in droom verloren
Aan dat klaar water hebben stil gestaan?