02.08.2012, 16:31
.
Ik zag den Heiland wandlen in mijn tuin,
Op blanke sneeuw, doch waar hij langzaam trad,
Ontbloeide bloedigrood een rozenpad
Onder zijn bloote voeten, grijs van puin
Van tweemaal duizend jaren. - Zingend zat
Een vreemde vogel in de twijgen bruin.
Een vlammestraal van avondrood viel schuin
Over zijn blanken mantel. - En ik bad.
Ik lag en knielde achter mijn vensterruit,
Doch kón niet roepen. Zag hij, waar ik lag,
Mijn hooggeheven handen? - ‘Ach! ontsluit
Nu zelf mijn poort, wijl ik het niet vermag
En treed mijn woning in!’ - Doch geen geluid
Kwam van mijn lippen... 'k wéet niet of hij zag.
Ik zag den Heiland wandlen in mijn tuin,
Op blanke sneeuw, doch waar hij langzaam trad,
Ontbloeide bloedigrood een rozenpad
Onder zijn bloote voeten, grijs van puin
Van tweemaal duizend jaren. - Zingend zat
Een vreemde vogel in de twijgen bruin.
Een vlammestraal van avondrood viel schuin
Over zijn blanken mantel. - En ik bad.
Ik lag en knielde achter mijn vensterruit,
Doch kón niet roepen. Zag hij, waar ik lag,
Mijn hooggeheven handen? - ‘Ach! ontsluit
Nu zelf mijn poort, wijl ik het niet vermag
En treed mijn woning in!’ - Doch geen geluid
Kwam van mijn lippen... 'k wéet niet of hij zag.