26.11.2018, 11:01
.
't Luchtwindje waait langs paarse meiseringen,
Langs wilde roos en geurige jasmijn:
En over alles speelt de zonneschijn;
Uit windselen komen knop en bladeren dringen.
Dauw, bloemen, jeugd en tranen zijn de dingen
Waardoor men lijdt, maar zonder hartepijn;
Omdat in elk een jeugdig vogelijn,
Van 't voorjaar af tot 's winters, zit te zingen.
Maar 't gaat voorbij wat lieflijk is in 't geuren:
Aan 't leven grenst de dood, het wiegje aan 't graf;
Steeds 't zelfde zien we in anderen vorm gebeuren;
De straal ruischt op, valt weer den heuvel af;
Op vroolijk- zijn volgt later droevig treuren,
Wat weldaad is, schijnt straks een bittre straf.
't Luchtwindje waait langs paarse meiseringen,
Langs wilde roos en geurige jasmijn:
En over alles speelt de zonneschijn;
Uit windselen komen knop en bladeren dringen.
Dauw, bloemen, jeugd en tranen zijn de dingen
Waardoor men lijdt, maar zonder hartepijn;
Omdat in elk een jeugdig vogelijn,
Van 't voorjaar af tot 's winters, zit te zingen.
Maar 't gaat voorbij wat lieflijk is in 't geuren:
Aan 't leven grenst de dood, het wiegje aan 't graf;
Steeds 't zelfde zien we in anderen vorm gebeuren;
De straal ruischt op, valt weer den heuvel af;
Op vroolijk- zijn volgt later droevig treuren,
Wat weldaad is, schijnt straks een bittre straf.