01.01.2019, 14:00
Draak
‘Gestorven heette 't draakgebroed sinds tijden.
Geen dappere helden trekken meer alleen,
Door 't bange volk bewonderd, fier daar heen,
Waar 't schubbig ondier zonde 't laatst de zijden.
Gelukkig wel, niet waar? grond tot verblijden.
't Bestaan althans bevrijd van één geween.
O, 't is al veel gezegd, als nergens een
Loert, die braakt vlammen uit, iets, niet te mijden.
Dom volk van heden, dom en laf erbij.
Laat maar eens steken een de ziel naar buiten,
Ontdaan van alles, wat een draak niet lust.
Half dol van honger, na de lange rust,
Schuift op hem af, al reeds bij 't eerste tuiten,
De draak conventie met zijn lijf uit brei.’
‘Gestorven heette 't draakgebroed sinds tijden.
Geen dappere helden trekken meer alleen,
Door 't bange volk bewonderd, fier daar heen,
Waar 't schubbig ondier zonde 't laatst de zijden.
Gelukkig wel, niet waar? grond tot verblijden.
't Bestaan althans bevrijd van één geween.
O, 't is al veel gezegd, als nergens een
Loert, die braakt vlammen uit, iets, niet te mijden.
Dom volk van heden, dom en laf erbij.
Laat maar eens steken een de ziel naar buiten,
Ontdaan van alles, wat een draak niet lust.
Half dol van honger, na de lange rust,
Schuift op hem af, al reeds bij 't eerste tuiten,
De draak conventie met zijn lijf uit brei.’