11.08.2012, 11:39
Sonnet Tot antwoort op een sonnet aen mij gesonden door Simon van Beaumont
op de manier van C. Huij houdende de laeste woorden.
De vreese die ick had van u te sijn verlaeten,
heeft mij ontrooft een deel van mijn vernoechde vreucht.
Maer doe ick sach de tolck soo werd ic seer verheucht
Daer door dat vrinden, verd' van een, te saemen praten.
Of ic al juijst niet weet van Rijm of reegel-maeten
En dat mijn pen is stram en myn verstant verdooft
Soo speelt noch lyckewel t' vertrouwen in mijn hooft
Dat gij mijn sotheijt eer belachen sult dan haeten.
Ach! doe de lieve tijng mij was ter hant gecoomen
* Dat gij noch niet missaeckt u Eertijts aengeno omen
Dochter die nu suft in t' gemelijck gegrol
Van timmer-dwang daer ick doch niet me weet te leeven
k' ontsloecht mij voor een tijt en ben alleen gebleeven
(Om u te groeten) in mijn stil en eensaem hol
Anna Roemers Visscher
op de manier van C. Huij houdende de laeste woorden.
De vreese die ick had van u te sijn verlaeten,
heeft mij ontrooft een deel van mijn vernoechde vreucht.
Maer doe ick sach de tolck soo werd ic seer verheucht
Daer door dat vrinden, verd' van een, te saemen praten.
Of ic al juijst niet weet van Rijm of reegel-maeten
En dat mijn pen is stram en myn verstant verdooft
Soo speelt noch lyckewel t' vertrouwen in mijn hooft
Dat gij mijn sotheijt eer belachen sult dan haeten.
Ach! doe de lieve tijng mij was ter hant gecoomen
* Dat gij noch niet missaeckt u Eertijts aengeno omen
Dochter die nu suft in t' gemelijck gegrol
Van timmer-dwang daer ick doch niet me weet te leeven
k' ontsloecht mij voor een tijt en ben alleen gebleeven
(Om u te groeten) in mijn stil en eensaem hol
Anna Roemers Visscher