19.08.2012, 14:37
Jan Veth
1864 - 1925 Niederlande
De zwerver spreekt.
Verstoot mij niet: ik kan geen leed meer dragen; -
Gelijk op dezen broozen herfstdag 't loover,
Nog eenmaal gloeit in bronzen kleurentoover,
Maar neer zal huiveren bij de eerste vlagen, -
Zoo is 't ook mij. Vrees niet, ik ben geen roover,
Noch bedelaar, - en 'k zal geen aalmoes vragen;
Maar dolend voel ik 't einde mijner dagen,
En uit uw woning waaiden klanken over:
Tonen van tinklend heldre kindertaal,
Gewiekt geluid, dat mij van vreugd deed beven.
Want vóór ik heenga, wilde ik nog éénmaal,
Bij menschen toeven, die in blijheid leven;
Om in geluk geloovend, straks den vaal
Wenkenden Dood stil tegemoet te streven...
1864 - 1925 Niederlande
De zwerver spreekt.
Verstoot mij niet: ik kan geen leed meer dragen; -
Gelijk op dezen broozen herfstdag 't loover,
Nog eenmaal gloeit in bronzen kleurentoover,
Maar neer zal huiveren bij de eerste vlagen, -
Zoo is 't ook mij. Vrees niet, ik ben geen roover,
Noch bedelaar, - en 'k zal geen aalmoes vragen;
Maar dolend voel ik 't einde mijner dagen,
En uit uw woning waaiden klanken over:
Tonen van tinklend heldre kindertaal,
Gewiekt geluid, dat mij van vreugd deed beven.
Want vóór ik heenga, wilde ik nog éénmaal,
Bij menschen toeven, die in blijheid leven;
Om in geluk geloovend, straks den vaal
Wenkenden Dood stil tegemoet te streven...