Sonett-Forum

Normale Version: Ik droomde van een kálmen, bláuwen nacht
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Ik droomde van een kálmen, bláuwen nacht:

De matte maan lag laag in mistig glimmen -

Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen

Der klare starren wolkenlooze wacht.



Toen, tusschen maan en starren, rees Zij zacht -

Mij zoeter dan de Muze! - en scheen een schimme,

Wijl 'k om haar hoofd als diademen klimmen

En dalen zag der starren gouden pracht.



O liefste Mijne! éer ik een gróete vond -

Ave Maria! ruischte 't door mijn ziele,

En heel mijn ziele ruischte U toe - één zucht...



Totdat op eenmaal door de stille lucht

Al die millioenen gouden droppels vielen,

En Ge als een heilige in die glorie stondt...