Sonett-Forum

Normale Version: Hemeldroom
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.



Ik vond u weder, in een tuin en vroeg:

- ‘Is dit de Hemel?’ doch ik zag, het was

De lieve tuin, waar 'k hoorde in struikgewas

Engelenvleuglen ruischen en waar loeg

Gods liefde in luchteblauw en waar ik las

Zijn naam op elken halm. - De handen sloeg

Ik voor mijn aanschijn: - ‘Ben ik rein genoeg?’

De schaduw van een kind viel over 't gras.



En 'k was een kindje zonder zonde weer,

Van levens wee genadiglijk bevrijd.

- ‘Hier wil ik lezen, nu ik wederkeer,

De blije sproken van mijn kindertijd.’

Ik lachte en zong en klapte in handjes teêr.

En ál was blank van glans van eeuwigheid.