Sonett-Forum

Normale Version: O Aletrinootje, gij valsch, Moorsch Vorstje,
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
O Aletrinootje, gij valsch, Moorsch Vorstje,
Dat ferm zit op 't belachelijkste troontje,
Pas op, daár gaat 't, uw waggelende kroontje
Valt van uw kopje, och kereltje, wat dorst je

IJdlijkjes je verheffen op één toontje
Om schijnen wat gij niet zijt, ridderborstje
Schijnbaar, daar gij niet zijt dan een hansworstje,
O fierlijk om u blikkend, gij gewoontje,

Denkt uw klein menschje-zijn te zijn het echt-zijn
Van 't mensch-geslacht, groot-heerlijk in zijn hoog-doen,
Maar dat vóór alles moet manlijk oprecht-zijn,

O gij, die haakt naar uiterlijke roempjes,
Zeg doempjes. Want geen dezer zal omhoog spoen,
Dan wie 't al-godlijk voelt in zeed'ge bloempjes.