Sonett-Forum

Normale Version: De Heer hoort niet 't gebed der huichelacht'gen,
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
De Heer hoort niet 't gebed der huichelacht'gen,
Die slaan aan 't bidden om iets te verkrijgen,
Of zij niet zelf eerst naarstig moesten tijgen
Aan 't werk, hun opgelegd, door den Almacht'gen

God-zelf, Die niet den zwakken, maar den prachtgen,
Schijn-prachtgen slaat, na heel veel goedlijk dreigen:
Slechts wie zich eerlijk voor Zijn Aanzicht nijgen
Zal Hij met zijnen Hoogen Wil bekracht'gen.

O volk van Neêrland, wilt gij dan niet weten,
Dat goede menschen slechts het kroon-goud dragen
En purpren mantel van het zuiver mensch-zijn,

Maar dat de slechten worden opgevreten
Door hun geweten, dat hen vaak doet vragen:
(Neen, konde 't slechts!) ‘Ach! Zoude ik wel een mensch zijn?’