J. Perk: Aan Mathilde 054 Herdenking

[ZaunköniG]

Jacques Perk
1859-1881 Niederlande

LIV.

Herdenking

"lndien ge een ander waart," heeft zij beleden,
"Voorwaar! ik had mij anders dan gedragen.... -
Maar, toen u de eerste maal mijn oogen zagen,
Moest ik met vriendschap reeds u tegentreden."

Ik hoor dien lach en zilv'ren woorden heden;
Hen kende ik twintig jaar in luttel dagen....
De borst zwelt, bij 't herdenken, van behagen,
Dat liefde en schoonheid mij haar minnen deden.

Zij heeft gevoeld, hoe anders ik beminde,
Dan honderd, die zich smeekend voor haar bogen;
Mijn eerbied eerde ze als een welgezinde.

Thans zal ik weder haar aanschouwen mogen,
En tot den stond, dat ik haar wedervinde,
Zweeft ze als een star, die leidt, voor biddende oogen....!


Erinnerung

"Wenn Du ein andrer wärst", hört' ich sie klagen,
"Fürwahr! Ich hätte anders mich benommen.
Als du mein' Blick das erste Mal vernommen,
galt es, als Freundin mich nur zu betragen."

Wenn ich mir ihrer Worte heut' entsinne,
nach zwanzig Jahren und so vielen Tagen,
schwillt mir die Brust von seligem Behagen,
dass Schönheit und die Liebe um mich minne.

Sie hat gespürt, wie anders ich sie minnte,
als hundert, die da bettelnd vor ihr knien.
Ich ehre sie als eine Wohlgesinnte,

die ich in Andacht wohl betrachten darf.
Wie einem Stern, der sein Licht auf mich warf,
folgt ihr mein Blick, will mit dir weiterziehen.


.


.