26.11.2018, 19:15
I
Dit zij onz'avond-stille en nacht-verzongen bede,
dat, Heer, voor al Jeugd's donkre zonden,
wij nu voor Uw verheerlijkt aangezicht getreden,
boeten in bangen biecht van stonde aan stonde...
totdat zich heel de ziele schijnt beleden
en zwijgen gaan onz' prevel-moede monden;
maar met den nacht breekt alles wat wij leden
weer uit, en slaat zoo felle en wreede wonden.
O Heer, wat hebben wij niet naar U weggeschonken?...
den rijkdom onzer jonge en blijde jaren,
en de belofte andrer schooner oogen, die àl blonken
zoo donker-diep en nauw nog te ontwaren...
In Uwe deemoed-stille handen hebben wij gegeven
ons hunkerende hart en liefde-wachtend leven.
Dit zij onz'avond-stille en nacht-verzongen bede,
dat, Heer, voor al Jeugd's donkre zonden,
wij nu voor Uw verheerlijkt aangezicht getreden,
boeten in bangen biecht van stonde aan stonde...
totdat zich heel de ziele schijnt beleden
en zwijgen gaan onz' prevel-moede monden;
maar met den nacht breekt alles wat wij leden
weer uit, en slaat zoo felle en wreede wonden.
O Heer, wat hebben wij niet naar U weggeschonken?...
den rijkdom onzer jonge en blijde jaren,
en de belofte andrer schooner oogen, die àl blonken
zoo donker-diep en nauw nog te ontwaren...
In Uwe deemoed-stille handen hebben wij gegeven
ons hunkerende hart en liefde-wachtend leven.