26.11.2018, 11:09
.
Uit de winden, die hier wervelend draaien
Over Schwytz langs Brunnen naar omlaag,
Klonk tot Schiller's dichtergeest de vraag
Zal de Zwitser 't vrijheidsgraan nooit maaien?
Zal, na Tell's zoo bloedig, moeielijk zaaien,
Nimmer hij, wat lijden 't volk ook plaag,
In der vrijheid zoete waanzinsvlaag,
't Vreemd gespuis als fohn het meer inwaaien?
Maar wat aan der bergen poort blijft rukken,
't Is de vijand niet van buitenaf.
Door verraad in de eigen vest moet bukken
Wat ongaarne en nooit zich overgat.
Mannekrachten werden vrouwenukken,
Eigen boete werd een vreemde straf.
Uit de winden, die hier wervelend draaien
Over Schwytz langs Brunnen naar omlaag,
Klonk tot Schiller's dichtergeest de vraag
Zal de Zwitser 't vrijheidsgraan nooit maaien?
Zal, na Tell's zoo bloedig, moeielijk zaaien,
Nimmer hij, wat lijden 't volk ook plaag,
In der vrijheid zoete waanzinsvlaag,
't Vreemd gespuis als fohn het meer inwaaien?
Maar wat aan der bergen poort blijft rukken,
't Is de vijand niet van buitenaf.
Door verraad in de eigen vest moet bukken
Wat ongaarne en nooit zich overgat.
Mannekrachten werden vrouwenukken,
Eigen boete werd een vreemde straf.