20.08.2012, 06:53
August Vanhoutte
1889 - 1936 Niederlande
Altijd maar hopen, hopen, nooit versagen,
Nacht in, nacht uit, trouw op den uitkijk klimmen
Of in het waas der ongewisse kimme
Het flakkervuur der vreugde niet zal dagen,
En ondertusschen, zacht-melodisch, klagen
Terwijl de sterren, rijzen en verglimmen
En ondergaan, maar dan, ten laatste, grimmen
En machteloos 't onwrikbaar noodlot dragen!
Zooals de wachter op het grieksch tooneel
Den slaap verdrijft met weemoed-zoet beklag
Tot Agamemnons vlam en vloot verschijnt,
Zóó kort ik ook mijn tijd met zacht gekweel,
Doch onheil wordt mijn lotsbestel en ach!
Dat plechtig koor dat om een grijsaard deint.
1889 - 1936 Niederlande
Altijd maar hopen, hopen, nooit versagen,
Nacht in, nacht uit, trouw op den uitkijk klimmen
Of in het waas der ongewisse kimme
Het flakkervuur der vreugde niet zal dagen,
En ondertusschen, zacht-melodisch, klagen
Terwijl de sterren, rijzen en verglimmen
En ondergaan, maar dan, ten laatste, grimmen
En machteloos 't onwrikbaar noodlot dragen!
Zooals de wachter op het grieksch tooneel
Den slaap verdrijft met weemoed-zoet beklag
Tot Agamemnons vlam en vloot verschijnt,
Zóó kort ik ook mijn tijd met zacht gekweel,
Doch onheil wordt mijn lotsbestel en ach!
Dat plechtig koor dat om een grijsaard deint.