19.08.2012, 15:32
Jan Veth
1864 - 1925 Niederlande
Herfst.
Chroom-gele lindeblaêren dwarlen schuin
Op zucht en tocht van vochte najaarsdagen,
En spettren vonke' in flonker-donkre lagen
Van barnend brons en broos kastanjebruin.
Over de stoepen van verweerd arduin,
Vol roest van 't mos dat sarcofagen dragen,
Langs goud- en wingerdrood-omrankte hagen,
Huivert de koortskleur door mijn toovertuin.
Wringend staan zwart berooide beukestammen
Tusschen dien wervelbrand van okervlammen:
Eèn doodenzang, verschroeiend, schoon en bang...
Zou dùs: als zomers die in herfstpracht gingen,
Het rosse rouwfeest zijn van 't Eind der Dingen,
De bajert van der waereld ondergang?
1864 - 1925 Niederlande
Herfst.
Chroom-gele lindeblaêren dwarlen schuin
Op zucht en tocht van vochte najaarsdagen,
En spettren vonke' in flonker-donkre lagen
Van barnend brons en broos kastanjebruin.
Over de stoepen van verweerd arduin,
Vol roest van 't mos dat sarcofagen dragen,
Langs goud- en wingerdrood-omrankte hagen,
Huivert de koortskleur door mijn toovertuin.
Wringend staan zwart berooide beukestammen
Tusschen dien wervelbrand van okervlammen:
Eèn doodenzang, verschroeiend, schoon en bang...
Zou dùs: als zomers die in herfstpracht gingen,
Het rosse rouwfeest zijn van 't Eind der Dingen,
De bajert van der waereld ondergang?