19.08.2012, 14:38
Jan Veth
1864 - 1925 Niederlande
Aan Jim bij zijn vertrek naar de voorschool van Harvard.
Dat weeke voorhoofd staat nog blank gespannen,
En fulpen oogen fonklen fijn daaronder, -
Die zachte mond trekt bevend en bizonder,
Als wilde zich uw jonkheid reeds vermannen.
Een gloeiend heir van ongemeten plannen,
Broeit achter teêre trekken, die straks ronder
Ontbloeien, als uw lichtend oog verkonder
Zal zijn van vuur, dat duisternis moog' bannen.
Nog schijnt ge een schildknaap, slank en ongedeerd,
Maar hunkrend naar de wimplende tournooien,
Waar kampioenen schoonheids vaan ontplooien.
Ai, zult ook gij, wanneer ge wederkeert,
Door 't slurpen van het zoet venijn versagen,
En zwichten voor den Mammon dezer dagen!
1864 - 1925 Niederlande
Aan Jim bij zijn vertrek naar de voorschool van Harvard.
Dat weeke voorhoofd staat nog blank gespannen,
En fulpen oogen fonklen fijn daaronder, -
Die zachte mond trekt bevend en bizonder,
Als wilde zich uw jonkheid reeds vermannen.
Een gloeiend heir van ongemeten plannen,
Broeit achter teêre trekken, die straks ronder
Ontbloeien, als uw lichtend oog verkonder
Zal zijn van vuur, dat duisternis moog' bannen.
Nog schijnt ge een schildknaap, slank en ongedeerd,
Maar hunkrend naar de wimplende tournooien,
Waar kampioenen schoonheids vaan ontplooien.
Ai, zult ook gij, wanneer ge wederkeert,
Door 't slurpen van het zoet venijn versagen,
En zwichten voor den Mammon dezer dagen!