18.08.2012, 17:12
Frank van Maerle
fl. 1901
Het was een droom: wij beiden hand in hand
Gingen vereend door mijn rijk tooverland;
Daar rezen hoog wijd-welvige paleizen,
Ver bloeiden onze wilde paradijzen.
Wij gingen stil en rond ons dreef blank licht,
Licht was uw haar, licht uw lief aangezicht.
Gezegend zij mijn droom, gezegend zij
Mijn Lief, mijn Lief, die leidde en lichtte mij.
Ben ik nu gansch alleen? O mijn verlangen!
O mijn lief licht! hoe zal ik nu dan gaan?
't Is donker en 'k ben bang, er lichten maan
Noch sterren... 'k weèt geen weg... O mijn verlangen!
O mijn lief licht! Is voor altoos voorbij
Die droom?... Mijn Lief, gezegend zijt ge mij!
fl. 1901
Het was een droom: wij beiden hand in hand
Gingen vereend door mijn rijk tooverland;
Daar rezen hoog wijd-welvige paleizen,
Ver bloeiden onze wilde paradijzen.
Wij gingen stil en rond ons dreef blank licht,
Licht was uw haar, licht uw lief aangezicht.
Gezegend zij mijn droom, gezegend zij
Mijn Lief, mijn Lief, die leidde en lichtte mij.
Ben ik nu gansch alleen? O mijn verlangen!
O mijn lief licht! hoe zal ik nu dan gaan?
't Is donker en 'k ben bang, er lichten maan
Noch sterren... 'k weèt geen weg... O mijn verlangen!
O mijn lief licht! Is voor altoos voorbij
Die droom?... Mijn Lief, gezegend zijt ge mij!