18.08.2012, 17:49
Jules de Boer
fl. 1901
Winternacht.
Mij scheen de zon in nevelen vergaan,
Zoo was de dag met sneeuw en damp bevracht.
Nu strooit de nacht op aarde- en hemelbaan
Veel lichten, maar waarin geen vreugde lacht.
In 't wazig schemerlicht blijf 'k eenzaam staan
In weemoed diep, maar zonder woord van klacht.
Ik zie het nachtmysterie peinzend aan,
Als in een droom, geboeid door toovermacht ...
Het koele zilverlicht der volle maan
En starren wijd verstrooid doorschijnend zacht
Het stil en grootsch heelal, waar roerloos staan
De fijn getakte kruinen sneeuwbelaân.
O, zie die stille koude schitterpracht
Der witte boomen in den winternacht!
fl. 1901
Winternacht.
Mij scheen de zon in nevelen vergaan,
Zoo was de dag met sneeuw en damp bevracht.
Nu strooit de nacht op aarde- en hemelbaan
Veel lichten, maar waarin geen vreugde lacht.
In 't wazig schemerlicht blijf 'k eenzaam staan
In weemoed diep, maar zonder woord van klacht.
Ik zie het nachtmysterie peinzend aan,
Als in een droom, geboeid door toovermacht ...
Het koele zilverlicht der volle maan
En starren wijd verstrooid doorschijnend zacht
Het stil en grootsch heelal, waar roerloos staan
De fijn getakte kruinen sneeuwbelaân.
O, zie die stille koude schitterpracht
Der witte boomen in den winternacht!