18.08.2012, 15:05
Marie Boddaert
1844 - 1914 Niederlande
Lente-Boomgaard.
Hier is jonge aaide één wijde bloesemhalle.
Boomen en boompjes, zoover de oogen reiken,
Doen takske aan takske in gulle blankheid prijken
Van bloesemsneeuw, sneeuwigste sneeuw van alle.
Is 't niet of uit zonhemel neer kwam strijken
Een vlncht van vlindertjes, zóó neergevallen
In droomerig verpoozen? Duizendtallen
Van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes blijken.
Al mondjes 't leven drinkend in de lucht,
Gretig, intens; en 't goudlicht neergezegen
Liefkoost en koestert ze. - Ritsling van vlucht
Van klemen vogel even.... Dan bewegen
Noch ritslen meer.... Ál stilte, àl teerheid: zacht
Om ons van 't leven mysterieuze macht.
1844 - 1914 Niederlande
Lente-Boomgaard.
Hier is jonge aaide één wijde bloesemhalle.
Boomen en boompjes, zoover de oogen reiken,
Doen takske aan takske in gulle blankheid prijken
Van bloesemsneeuw, sneeuwigste sneeuw van alle.
Is 't niet of uit zonhemel neer kwam strijken
Een vlncht van vlindertjes, zóó neergevallen
In droomerig verpoozen? Duizendtallen
Van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes blijken.
Al mondjes 't leven drinkend in de lucht,
Gretig, intens; en 't goudlicht neergezegen
Liefkoost en koestert ze. - Ritsling van vlucht
Van klemen vogel even.... Dan bewegen
Noch ritslen meer.... Ál stilte, àl teerheid: zacht
Om ons van 't leven mysterieuze macht.