18.08.2012, 12:39
C. Loeff
fl. 1923
Rust.
Mijn leven is als een vergeten gracht,
Die zwijgend ligt tusschen de oude boomen,
Een zuiver vlak, dat vol de verre droomen
Der sterren spiegelt in den diepen nacht.
Stil is mijn ziel, want hare rust verwacht
Gebeuren noch ontroeringen, die komen
In sterk're levens, die als drift'ge stroomen
Voortsnellen, vol hartstochtelijke kracht.
Die vrede is een lang gewend ontberen,
Een kalmte, die verlangen niet meer drijft.
Wat 't Lot niet gaf zal 'k niet van 't Lot begeeren:
'k Aanschouw hoe heel de wereld woelt en wrijft,
Steeds worst'lend met zichzelf, maar wars wil weren
De rust in God, die tot het einde blijft.
fl. 1923
Rust.
Mijn leven is als een vergeten gracht,
Die zwijgend ligt tusschen de oude boomen,
Een zuiver vlak, dat vol de verre droomen
Der sterren spiegelt in den diepen nacht.
Stil is mijn ziel, want hare rust verwacht
Gebeuren noch ontroeringen, die komen
In sterk're levens, die als drift'ge stroomen
Voortsnellen, vol hartstochtelijke kracht.
Die vrede is een lang gewend ontberen,
Een kalmte, die verlangen niet meer drijft.
Wat 't Lot niet gaf zal 'k niet van 't Lot begeeren:
'k Aanschouw hoe heel de wereld woelt en wrijft,
Steeds worst'lend met zichzelf, maar wars wil weren
De rust in God, die tot het einde blijft.