Themabewertung:
  • 0 Bewertung(en) - 0 im Durchschnitt
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Stoppelaar, J.J. de: Twee paradijssonnetten (2)
#1
J.J. de Stoppelaar
1884 - 1945


Twee paradijssonnetten


I

En toen zij beiden in den donker lagen

En hij zijn armen om haar schouders wond,

Kusten ze elkander op den rooden mond

En zeiden niets en hadden niets te vragen.



Maar in de nanacht, vóór het blozig dagen,

Riep haar een stem: ‘Eva’. En voor haar stond

Een engel Gods. Maar eer ze een antwoord vond,

Had hij de zwing al ruischend uitgeslagen.



Zij rees en riep! Maar aan de stille lucht

Klom steil een ster: een engel op zijn vlucht,

Kruisend de glans van andrer sterren banen.



En heel den morgen, heel den middag lang

Dwaalde zij door de Paradijsche lanen

En hoorde niet het ritslen van de slang.


II


Van alle boomen in den boomgaard: één

Zag zij zoo gaarne, ach, om zijn schoone vrucht.

Van alle boomen in dien boomgaard: geen

Ging zij voorbij als deze, met een zucht.



Eens was te leven niets dan zoet genucht

Met hem, wiens oog haar zacht gelaat bescheen.

Nu was ze hem en zijn gelaat ontvlucht,

Ach, om dien boom, dien eenen boom alleen.



En leunend met haar handen aan zijn stam,

Streelde zij stil zijn schors en 't geurig blad

Wiegde op den wind en koelde haar de wang.



Toen gleed omlaag en lekte lijk een vlam

En siste heet in 't lommer als een slang,

Een stem: ‘Eet Eva, eet!’ Zij nam en at...
Zitieren


Gehe zu:


Benutzer, die gerade dieses Thema anschauen: 1 Gast/Gäste
Forenfarbe auswählen: