16.08.2012, 19:53
Henriëtte Moulijn-Haitsma Mulier
1877 - 1948 Niederlande
Leven
Ach, er zijn dagen, dat ik alles haat,
De lichte zon, den groen omwaasden boom,
De volle beek in den bebloemden zoom,
Dat heel de wereld m' onbevredigd laat.
Dan voel ik aan mijn hart, hoe fel het leeft
En toch in koelen klop draagt lust tot dood,
Ik haat de weelde om smarten, die zij bood,
Zóó fel ben ik van d' oogenlust doorleefd.
Dan voel ik mij doorvlamd van heet verzet,
Dit stelt mij mijn natuur als hoogste wet:
Nooit mag ik wereld nemen om te leven,
Maar ik moet leven enkel om haar schoon
In spieglend droomen haar terug te geven! -
- Op zulk een dag doet droom mij aan als hoon. -
1877 - 1948 Niederlande
Leven
Ach, er zijn dagen, dat ik alles haat,
De lichte zon, den groen omwaasden boom,
De volle beek in den bebloemden zoom,
Dat heel de wereld m' onbevredigd laat.
Dan voel ik aan mijn hart, hoe fel het leeft
En toch in koelen klop draagt lust tot dood,
Ik haat de weelde om smarten, die zij bood,
Zóó fel ben ik van d' oogenlust doorleefd.
Dan voel ik mij doorvlamd van heet verzet,
Dit stelt mij mijn natuur als hoogste wet:
Nooit mag ik wereld nemen om te leven,
Maar ik moet leven enkel om haar schoon
In spieglend droomen haar terug te geven! -
- Op zulk een dag doet droom mij aan als hoon. -