Mien Labberton
1883 - 1966 Niederlande
Nieuw leven.
Een vreemd bewegen gaat door 't stille bosch,
Een heimlijk fluistren en een wonder zingen,
Als verre stemmen sprekend van de dingen,
Die tooien zullen 't woud in lentedos.
Reeds bloeit met zachten vreugdevollen blos
Een jonge lariks en een machtig dringen
Doet hier en daar de knopjes openspringen
Van anemonen, sierend tusschen 't mos.
Nu is 't alsof met nieuw en blij geluid
Mij 't leven roept. - Hoor, hoe een merel fluit!
Een vlugge vlinder dartelt vroolijk rond.
Dit heil maakt weer de kranke ziel gezond;
De tijd van moeizaam wachten gaat voorbij,
Herleving wenkt en nadert - ook voor mij.
1883 - 1966 Niederlande
Nieuw leven.
Een vreemd bewegen gaat door 't stille bosch,
Een heimlijk fluistren en een wonder zingen,
Als verre stemmen sprekend van de dingen,
Die tooien zullen 't woud in lentedos.
Reeds bloeit met zachten vreugdevollen blos
Een jonge lariks en een machtig dringen
Doet hier en daar de knopjes openspringen
Van anemonen, sierend tusschen 't mos.
Nu is 't alsof met nieuw en blij geluid
Mij 't leven roept. - Hoor, hoe een merel fluit!
Een vlugge vlinder dartelt vroolijk rond.
Dit heil maakt weer de kranke ziel gezond;
De tijd van moeizaam wachten gaat voorbij,
Herleving wenkt en nadert - ook voor mij.