15.08.2012, 20:41
Mijn leven is niet minder droom dan 't uwe:
Dit hart kan nooit bevredigd zijn, als 't branden
Der golven door de losgewoelde zanden
Niet onophoudlijk andre stroomen stuwe.
Gij, teedre, voor te sterk gebaren schuwe
Bepeinzer, zit bij de avondzee, de handen
In 't koele zand, te wachten tot langs stranden
Van vrede u zacht de zingensvreugde omluwe.
Maar beide droom: uw landen en mijn stroomen,
Wier brekers naar uw blanken zoom zich rekken,
Wijl bloesemgeuren langs hun schuim verloomen.
Dan komt een avond, die de zee zal strekken:
De sterren flonkren diep...tijdeloos droomen
Waatren en strand...De dag eerst zal ze wekken.
Dit hart kan nooit bevredigd zijn, als 't branden
Der golven door de losgewoelde zanden
Niet onophoudlijk andre stroomen stuwe.
Gij, teedre, voor te sterk gebaren schuwe
Bepeinzer, zit bij de avondzee, de handen
In 't koele zand, te wachten tot langs stranden
Van vrede u zacht de zingensvreugde omluwe.
Maar beide droom: uw landen en mijn stroomen,
Wier brekers naar uw blanken zoom zich rekken,
Wijl bloesemgeuren langs hun schuim verloomen.
Dan komt een avond, die de zee zal strekken:
De sterren flonkren diep...tijdeloos droomen
Waatren en strand...De dag eerst zal ze wekken.