15.08.2012, 20:39
Was nu mijn ziel een droom, zij zou zóó zacht
Niet naar de reinste sterren kunnen stijgen,
Als drijvend op dit deinend-wijde zwijgen
Een andre tocht haar tot úw liefde bracht.
Zij zag u in een huivring neerwaarts neigen
En siddrend heeft zij om uw brooze wacht
Haar breede vleugels, zwaar van stilte en nacht,
Geruischloos toegevouwen saam doen zijgen.
Toen zonk ze in dat oneindig-vroom verloomen
Van ziel naar ziel, waaraan haar hoogste droomen
Getwijfeld had als bovenaardsche lust;
Een leliebloem, door de avond bleek beschenen,
Die roerloos in de stilte rond haar henen
Haar teeder beeld in 't sluimrend water kust.
Niet naar de reinste sterren kunnen stijgen,
Als drijvend op dit deinend-wijde zwijgen
Een andre tocht haar tot úw liefde bracht.
Zij zag u in een huivring neerwaarts neigen
En siddrend heeft zij om uw brooze wacht
Haar breede vleugels, zwaar van stilte en nacht,
Geruischloos toegevouwen saam doen zijgen.
Toen zonk ze in dat oneindig-vroom verloomen
Van ziel naar ziel, waaraan haar hoogste droomen
Getwijfeld had als bovenaardsche lust;
Een leliebloem, door de avond bleek beschenen,
Die roerloos in de stilte rond haar henen
Haar teeder beeld in 't sluimrend water kust.