15.08.2012, 20:37
De vrede nadert. Een met stilsten luister
Beladen zucht komt loom-gewiekt van veer
Neerstrijken door de nacht, een zacht gefluister
Ruischt uit het wieglend, ster-doorzonken meer.
Maar o, dit weeldrig zwellen zonder kluister,
Des harten roep om luid te zijn! Wéér, wéér
Die storm, dit stijgend lied! In 't golvend duister
Zwalpen de waatren klotsend op en neer.
Geen vrede nog! Mijn volle ziel, die Leed
Gekend heeft, wil nog Vreugde's weelge leden
Ontsluiren van haar bloed-doorgloeide kleed.
Eens, als ik hier gekeerd zal zijn en weet,
Dat nu de láátste rimpling is vergleden,
Vindt Vrede of Dood mijn roerloos hart gereed.
Beladen zucht komt loom-gewiekt van veer
Neerstrijken door de nacht, een zacht gefluister
Ruischt uit het wieglend, ster-doorzonken meer.
Maar o, dit weeldrig zwellen zonder kluister,
Des harten roep om luid te zijn! Wéér, wéér
Die storm, dit stijgend lied! In 't golvend duister
Zwalpen de waatren klotsend op en neer.
Geen vrede nog! Mijn volle ziel, die Leed
Gekend heeft, wil nog Vreugde's weelge leden
Ontsluiren van haar bloed-doorgloeide kleed.
Eens, als ik hier gekeerd zal zijn en weet,
Dat nu de láátste rimpling is vergleden,
Vindt Vrede of Dood mijn roerloos hart gereed.