15.08.2012, 10:22
Jules Bernard Schürmann
1873 - 1927
Watteau.
Een land van zinnestreeling droomde hij,
Die zwak, zijn levenskrachten voelde vlieden
En wien het leven slechts tot troost kon bieden:
Weemoed'ge vreugd in liefdesmijmerij.
Op 't lokken van een zoete melodij
Gaan fijngeschoeide vrouwe' en edellieden
Poozende heen, daar hunne lusten zieden
Naar 't wazige Cythère in blonde rij.
In teêr gepeins vond hij de sierlijkheid
Van ‘Joli-Gilles’, die rank als hij vermooide
Door rhythmisch fraai gebaar de werk'lijkheid.
En in de mist der wellust-tuinen zweven
Zijn zwoele droomen waar hij mede tooide
Droefheid van geest om zijn gebroken leven.
1873 - 1927
Watteau.
Een land van zinnestreeling droomde hij,
Die zwak, zijn levenskrachten voelde vlieden
En wien het leven slechts tot troost kon bieden:
Weemoed'ge vreugd in liefdesmijmerij.
Op 't lokken van een zoete melodij
Gaan fijngeschoeide vrouwe' en edellieden
Poozende heen, daar hunne lusten zieden
Naar 't wazige Cythère in blonde rij.
In teêr gepeins vond hij de sierlijkheid
Van ‘Joli-Gilles’, die rank als hij vermooide
Door rhythmisch fraai gebaar de werk'lijkheid.
En in de mist der wellust-tuinen zweven
Zijn zwoele droomen waar hij mede tooide
Droefheid van geest om zijn gebroken leven.