15.08.2012, 10:20
Jules Bernard Schürmann
1873 - 1927
Gevangenpoort.
Toen in de donk're kamer der gevangenpoort
De broeders, na des ruwaards mart'ling samen zaten
Drong plots'ling tot hen door 't rumoer op plein en straten
Van 't opgehitst gepeupel, fel belust op moord.
‘Hoort’ zei Cornelis voor hun leven vreezend ‘hoort’
‘Gaat nu de ruiterij den voorhof niet verlaten’...
En beiden zwegen lang... dan sprak Johan gelaten:
‘Mijn broeder, onze ziel den Heere toebehoort’
‘Ik bracht Zijn sterkend Woord ter uwer stichting mede’
‘Dat het ons beiden nu een laatste troost moog wezen’
En daar de traptreên dreunden onder moord'naars schreden
Al nader 't klein vertrek, omhelsden zij elkaar....
Toen vond 't bloedgierig grauw hen onvervaard, 'wijl klaar
Met kalme stem, Johan een psalm zat voor te lezen.
1873 - 1927
Gevangenpoort.
Toen in de donk're kamer der gevangenpoort
De broeders, na des ruwaards mart'ling samen zaten
Drong plots'ling tot hen door 't rumoer op plein en straten
Van 't opgehitst gepeupel, fel belust op moord.
‘Hoort’ zei Cornelis voor hun leven vreezend ‘hoort’
‘Gaat nu de ruiterij den voorhof niet verlaten’...
En beiden zwegen lang... dan sprak Johan gelaten:
‘Mijn broeder, onze ziel den Heere toebehoort’
‘Ik bracht Zijn sterkend Woord ter uwer stichting mede’
‘Dat het ons beiden nu een laatste troost moog wezen’
En daar de traptreên dreunden onder moord'naars schreden
Al nader 't klein vertrek, omhelsden zij elkaar....
Toen vond 't bloedgierig grauw hen onvervaard, 'wijl klaar
Met kalme stem, Johan een psalm zat voor te lezen.