13.08.2012, 16:26
De droefheid hangt mij aan met zachte draden,
Ook waar de vreugd me omvangt met goudgespin:
De rank van klimop hangt nog licht beladen
Van 't bruine loof in voorjaars vroeg begin;
De trage mist drijft om besloten paden,
Een teere bloem geurt als een droom er in.
Diep onder de aarde zijn de zwarte zaden
Van telken jare 't nieuwe kleur-begin:
Zoo smeult er in mijn ziel de vonk van vreugd
Die uitslaat bij een klein gebaar, een woord;
Maar van der droefheid diep verscholen bronnen
Liggen de stille waatren onverstoord,
En stijgt een damp om al mijn lief geneugt,
Om al mijn fijnste en zachtste levenswonnen.
Ook waar de vreugd me omvangt met goudgespin:
De rank van klimop hangt nog licht beladen
Van 't bruine loof in voorjaars vroeg begin;
De trage mist drijft om besloten paden,
Een teere bloem geurt als een droom er in.
Diep onder de aarde zijn de zwarte zaden
Van telken jare 't nieuwe kleur-begin:
Zoo smeult er in mijn ziel de vonk van vreugd
Die uitslaat bij een klein gebaar, een woord;
Maar van der droefheid diep verscholen bronnen
Liggen de stille waatren onverstoord,
En stijgt een damp om al mijn lief geneugt,
Om al mijn fijnste en zachtste levenswonnen.