13.08.2012, 16:25
Lente, waar blijft gij, die mij hebt bekoord
In zooveel droeve dagen van mijn leven?
Het land ligt koud, en door de stilte boort
Lugubre windvlaag die het huis doet beven.
De lucht drijft als een grilge chaos voort
Door 't grondig grijs, aan vochtge stammen kleven
Wat oud verdorde blâren, vaal versteven
Als 'n doode ligt de tuin, het roestig koord
Waarlangs de zachte wingerd op zal drijven
In teere rankjes, striemt wat donkre strepen
Door 't naakt geraamte, waar de teere dracht
Aan groeien zal; in harde rechte reepen
Liggen de landestukken in den stijven
En koelen aanvang van den voorjaarsnacht.
In zooveel droeve dagen van mijn leven?
Het land ligt koud, en door de stilte boort
Lugubre windvlaag die het huis doet beven.
De lucht drijft als een grilge chaos voort
Door 't grondig grijs, aan vochtge stammen kleven
Wat oud verdorde blâren, vaal versteven
Als 'n doode ligt de tuin, het roestig koord
Waarlangs de zachte wingerd op zal drijven
In teere rankjes, striemt wat donkre strepen
Door 't naakt geraamte, waar de teere dracht
Aan groeien zal; in harde rechte reepen
Liggen de landestukken in den stijven
En koelen aanvang van den voorjaarsnacht.