Is.P. de Vooys
1875-1955 Niederlande
De spoorbrug
De ijle bogen van een ijz'ren brug
reiken zich over van de pijlerstammen
in snellen stroom, tot aan de groene dammen
met spoorbaanstaven op den sterken rug.
In de avond gaan daar langs mij moede en klamme
doorzwoegde lijven naar hun huis terug
na 't werk in de oeverstad; zie, ginds staat stug
fabrieksklomp, waar door ruiten lichten vlammen.
Over de velden welft zacht-roode lucht,
rivier glanst weg in vlakke groene weiden
met pracht van dag, die voor het donker vlucht.
Vermoeide ziel wil zich daarmee verblijden,
maar luistert scherp naar sleepend voetgerucht:
zwijgende zorgen, die voorbij mij glijden.
1875-1955 Niederlande
De spoorbrug
De ijle bogen van een ijz'ren brug
reiken zich over van de pijlerstammen
in snellen stroom, tot aan de groene dammen
met spoorbaanstaven op den sterken rug.
In de avond gaan daar langs mij moede en klamme
doorzwoegde lijven naar hun huis terug
na 't werk in de oeverstad; zie, ginds staat stug
fabrieksklomp, waar door ruiten lichten vlammen.
Over de velden welft zacht-roode lucht,
rivier glanst weg in vlakke groene weiden
met pracht van dag, die voor het donker vlucht.
Vermoeide ziel wil zich daarmee verblijden,
maar luistert scherp naar sleepend voetgerucht:
zwijgende zorgen, die voorbij mij glijden.