Frans Bastiaanse
1868 - 1947 Niederlande
Regendag.
Binnenvaartscheepjes met zwart-glanz'ge rompen
Liggen te domm'len langs de kade-lijn
In regen-schemering, als donkre klompen,
Die kinderlijk getuigd met lompen zijn.
Een vlagje rook, van diep ultramarijn-
Blauw, dat de vochtbezwaarde nevels dompen
Waar 't even wappert, wimpelt uit het stompe
Vierkanten houten schoorsteenpijpje; een klein
Bruin-glimmend schipperke loopt langs den boord
Van 't schip, blaft naar zijn buurman, om gestild
Druilstaartend, 't trapje af naar de roef te gaan.
Dan valt de nacht; de schipper hijscht aan 't koord
Het mastlicht op, dat vreedzaam medetrilt
Met stadslantarens die op schildwacht staan.
1868 - 1947 Niederlande
Regendag.
Binnenvaartscheepjes met zwart-glanz'ge rompen
Liggen te domm'len langs de kade-lijn
In regen-schemering, als donkre klompen,
Die kinderlijk getuigd met lompen zijn.
Een vlagje rook, van diep ultramarijn-
Blauw, dat de vochtbezwaarde nevels dompen
Waar 't even wappert, wimpelt uit het stompe
Vierkanten houten schoorsteenpijpje; een klein
Bruin-glimmend schipperke loopt langs den boord
Van 't schip, blaft naar zijn buurman, om gestild
Druilstaartend, 't trapje af naar de roef te gaan.
Dan valt de nacht; de schipper hijscht aan 't koord
Het mastlicht op, dat vreedzaam medetrilt
Met stadslantarens die op schildwacht staan.