11.08.2012, 11:08
Aen heere P.C. Hooft
Ick byden Helt gestelt, die wt de Leeuweschoncken
Den oorloghijver soogh, en 'tleeuwelycke rap,
Die Troyen holpe' in d'asch, en stelden Hector schrap?
Zoo diep en legg' ick niet in eyghen-waen versoncken,
Zoo veel en hebb' jck niet uyt Lethe opgedroncken,
Dat jck 's mij weerdigh kenn', al paert het streelend' sap
Van vwe hoofsche pen 'tonnoosel vrijerschap
Van een rondt Batavier, bij d'edel' Griecksche voncken.
Wat can hy weerdigh zyn die op stem noch op Dicht
Ervaren, noch op luyt mach heeten afgericht,
Veel minder op het puyck van wtgeleesen zeden?
Dies vinde' ick jn v Dicht (Puyckdichter van ons landt)
Const, jonst, geneghentheyt, maet, rijm en reghel-trant,
(Vergeeft mij 'tredelyck ontkennen) maer gheen reden.
Ick byden Helt gestelt, die wt de Leeuweschoncken
Den oorloghijver soogh, en 'tleeuwelycke rap,
Die Troyen holpe' in d'asch, en stelden Hector schrap?
Zoo diep en legg' ick niet in eyghen-waen versoncken,
Zoo veel en hebb' jck niet uyt Lethe opgedroncken,
Dat jck 's mij weerdigh kenn', al paert het streelend' sap
Van vwe hoofsche pen 'tonnoosel vrijerschap
Van een rondt Batavier, bij d'edel' Griecksche voncken.
Wat can hy weerdigh zyn die op stem noch op Dicht
Ervaren, noch op luyt mach heeten afgericht,
Veel minder op het puyck van wtgeleesen zeden?
Dies vinde' ick jn v Dicht (Puyckdichter van ons landt)
Const, jonst, geneghentheyt, maet, rijm en reghel-trant,
(Vergeeft mij 'tredelyck ontkennen) maer gheen reden.