11.08.2012, 10:40
Anna Roemers Visscher
Sonnet Op de bruijloft van Erenst Brinckx borgemeester van Herderwyck.
Helder bestraelde Godt, en suijvre Sang-Goddinnen
beminsters van de Deucht, siet op u altaer hier
Nu branden tot u lof een heerlyck lauwren vier
Gestoockt om met gebeên u hulp en gunst te winnen.
Een Burgervoocht een heer van hoogh-begaefde sinnen
Daer Herderwijck op treet een voet te hooger schier
Versoeckt seer ernstelyck om op mijn grove lier
Onstelt en ongesnaert een bruijlofts liet te vinnen.
Gij weet wel mijn belet, eij helpt mij uijten druck
En biedt D'Eerwaerde Bruijt en Bruijdegom geluck
tot teeken van mijn jonst, die nimmer sal verkeeren.
Ick sie ic ben verhoort! de vlam vliecht driemael op
En fluijstert ongewoon tot aen des Hemels top
De Goden u voor mij O Erenst Brinckx vereeren.
Sonnet Op de bruijloft van Erenst Brinckx borgemeester van Herderwyck.
Helder bestraelde Godt, en suijvre Sang-Goddinnen
beminsters van de Deucht, siet op u altaer hier
Nu branden tot u lof een heerlyck lauwren vier
Gestoockt om met gebeên u hulp en gunst te winnen.
Een Burgervoocht een heer van hoogh-begaefde sinnen
Daer Herderwijck op treet een voet te hooger schier
Versoeckt seer ernstelyck om op mijn grove lier
Onstelt en ongesnaert een bruijlofts liet te vinnen.
Gij weet wel mijn belet, eij helpt mij uijten druck
En biedt D'Eerwaerde Bruijt en Bruijdegom geluck
tot teeken van mijn jonst, die nimmer sal verkeeren.
Ick sie ic ben verhoort! de vlam vliecht driemael op
En fluijstert ongewoon tot aen des Hemels top
De Goden u voor mij O Erenst Brinckx vereeren.