11.08.2012, 10:33
Anna Roemers Visscher
Aen P.C. Hooft, en C. Huigens.
Dit heb ick noch gelickt uyt d'uytgesopen schoncken
Daer van mijn stramm verstandt en stijve penn werdt rapp,
Niet, weerde Vrijenden, om mijn selfs te stellen schrapp
Tegen u lieden geest; dan lagh ick laegh versoncken
In diepe hovaerdy; Maer om dat ick gedroncken
Van suyver vriendtschapp heb het smaeckelicke sapp,
Soo ben ick bly dat ick de groene vryerschapp
Met rijpe manheid heb in vriendtschapp doen ontfoncken.
Gelijck mint sijns gelijck, bei zijt ghy door u Dicht
Vermaert, en beide in geleertheid afgericht;
Oock beid' uytmuntend in verstandt en brave Zeden.
Waer vindmen sulcke twee in 't gansche Nederland,
Want soo den eenen speelt soo gaet den aer sijn trant,
Dat ghy dan vrienden zijt, is (dunckt my) meer als reden.
Aen P.C. Hooft, en C. Huigens.
Dit heb ick noch gelickt uyt d'uytgesopen schoncken
Daer van mijn stramm verstandt en stijve penn werdt rapp,
Niet, weerde Vrijenden, om mijn selfs te stellen schrapp
Tegen u lieden geest; dan lagh ick laegh versoncken
In diepe hovaerdy; Maer om dat ick gedroncken
Van suyver vriendtschapp heb het smaeckelicke sapp,
Soo ben ick bly dat ick de groene vryerschapp
Met rijpe manheid heb in vriendtschapp doen ontfoncken.
Gelijck mint sijns gelijck, bei zijt ghy door u Dicht
Vermaert, en beide in geleertheid afgericht;
Oock beid' uytmuntend in verstandt en brave Zeden.
Waer vindmen sulcke twee in 't gansche Nederland,
Want soo den eenen speelt soo gaet den aer sijn trant,
Dat ghy dan vrienden zijt, is (dunckt my) meer als reden.