05.08.2012, 12:40
BETHLEHEM
Gezegend plekjen gronds, dat, van Gods licht omvloten,
De wieg van 's waerelds heil, des Heilands kribbe droeg,
Tweede, ieedler Paradijs dan 't andre, dat zoo vroeg
Verloren ging ! uit U is 's Levens Boom ontsproten !
Was dan uw eigen glans, o Bethlêm ! niet genoeg ?
Meest ge opgepronkt, bewelf d, met muren afgesloten?
Met klatergoud bedekt, met kleuren overgoten ? ... .
Linksche eerbied, die de hand aan Godlijke' Eenvoud sloeg!
Neen! h ier geen tempelwelf dan 's hemels blauwe sfeerera,
Waar nog de naglans van de heerlijkheid des H e er en
In elken middernacht van duizend starren straalt!
De vrije lucht rondom! die, van de vleugelslagen
Der Englen trillend, stéeds het g l or i a herhaalt:
„Voor eeuwig Gode d' eer; in menschen welbehagen!"
Gezegend plekjen gronds, dat, van Gods licht omvloten,
De wieg van 's waerelds heil, des Heilands kribbe droeg,
Tweede, ieedler Paradijs dan 't andre, dat zoo vroeg
Verloren ging ! uit U is 's Levens Boom ontsproten !
Was dan uw eigen glans, o Bethlêm ! niet genoeg ?
Meest ge opgepronkt, bewelf d, met muren afgesloten?
Met klatergoud bedekt, met kleuren overgoten ? ... .
Linksche eerbied, die de hand aan Godlijke' Eenvoud sloeg!
Neen! h ier geen tempelwelf dan 's hemels blauwe sfeerera,
Waar nog de naglans van de heerlijkheid des H e er en
In elken middernacht van duizend starren straalt!
De vrije lucht rondom! die, van de vleugelslagen
Der Englen trillend, stéeds het g l or i a herhaalt:
„Voor eeuwig Gode d' eer; in menschen welbehagen!"