03.08.2012, 16:54
In moedelooze weeke plooien hangen,
In schemergrauw, mijn donkre leege kleedren.
Zij lijken deel mij van mijzelv - verteedren
Doen zij me en toch, geheimvol huivrend, bangen.
Zoo slap en sluik als moegevlogen veedren
Van sprokevogels - moe van mij te omvangen? -
Door mij bezield met liefde en vreugdverlangen,
Hoe lijkt gij warm en levend, o mijn kleedren!
O leege hulzen van dit lijf! symbolen
Van 't levend kleed mijns geestes! wen dit leven
Is uitgeleefd, na lang en smartvol dolen,
Van eenzaamheid tot eenzaamheid gedreven,
Zal 'k niet meewarig, onder 't opwaarts zweven,
Aanschouwen 't lijf, waarin ik was verholen?
In schemergrauw, mijn donkre leege kleedren.
Zij lijken deel mij van mijzelv - verteedren
Doen zij me en toch, geheimvol huivrend, bangen.
Zoo slap en sluik als moegevlogen veedren
Van sprokevogels - moe van mij te omvangen? -
Door mij bezield met liefde en vreugdverlangen,
Hoe lijkt gij warm en levend, o mijn kleedren!
O leege hulzen van dit lijf! symbolen
Van 't levend kleed mijns geestes! wen dit leven
Is uitgeleefd, na lang en smartvol dolen,
Van eenzaamheid tot eenzaamheid gedreven,
Zal 'k niet meewarig, onder 't opwaarts zweven,
Aanschouwen 't lijf, waarin ik was verholen?