03.08.2012, 16:53
Gelijk een bloem van licht bekroont den stam
Der witte kaars, die, zelf zich offrend, smelt
- Geen crocus geel tooit zóo een lenteveld
Als deze d' avond, dien zij troosten kwam -
Zoo voedt mijn zijn het lied, dat mij ontwelt
En 'k dank het nog wijl 't héel mijn leven nam.
Doch smart blijft zwarte kern der gouden vlam.
God heeft alzoo zijn wreede wet gesteld.
Wie zal gedenken, in het morgenrood,
De stille liefde van dien offerdood?
Wie zal betreuren 't arme kleine licht?
Zal éen, die over dood en leven zon,
De blinden sluiten voor de blijde zon
En slaan de handen voor het aangezicht?
Der witte kaars, die, zelf zich offrend, smelt
- Geen crocus geel tooit zóo een lenteveld
Als deze d' avond, dien zij troosten kwam -
Zoo voedt mijn zijn het lied, dat mij ontwelt
En 'k dank het nog wijl 't héel mijn leven nam.
Doch smart blijft zwarte kern der gouden vlam.
God heeft alzoo zijn wreede wet gesteld.
Wie zal gedenken, in het morgenrood,
De stille liefde van dien offerdood?
Wie zal betreuren 't arme kleine licht?
Zal éen, die over dood en leven zon,
De blinden sluiten voor de blijde zon
En slaan de handen voor het aangezicht?