03.08.2012, 16:17
.
Op geel van brem en bleekpaars van seringen,
Op rood van koper aan 't mahonie schrijn,
Op blauw van borden, die hem vleiend vingen
Op d' ouden schouw, glijdt Meie-zonneschijn.
Idyllisch vriendlijk zijn de kamerdingen.
Zwart poesje sluimert op het raamkozijn.
In 't Meigroen tuintje hoor 'k een merel zingen,
Een hommel zoemt van zoet tevreden zijn.
En lentegras en koorn en bloemen kruiden
De blauwe lucht, waar speelt de wind van Mei,
Die ruischt door 't groen met teed're streelgeluiden.
Een tooverroê lijkt elke loovermei.
De blanke meidoorns pralen, mooi als bruiden. -
't Is lente alom, alleen maar niet voor mij.
Op geel van brem en bleekpaars van seringen,
Op rood van koper aan 't mahonie schrijn,
Op blauw van borden, die hem vleiend vingen
Op d' ouden schouw, glijdt Meie-zonneschijn.
Idyllisch vriendlijk zijn de kamerdingen.
Zwart poesje sluimert op het raamkozijn.
In 't Meigroen tuintje hoor 'k een merel zingen,
Een hommel zoemt van zoet tevreden zijn.
En lentegras en koorn en bloemen kruiden
De blauwe lucht, waar speelt de wind van Mei,
Die ruischt door 't groen met teed're streelgeluiden.
Een tooverroê lijkt elke loovermei.
De blanke meidoorns pralen, mooi als bruiden. -
't Is lente alom, alleen maar niet voor mij.