03.08.2012, 16:12
.
O neem mijn hart, verworpen en vertreden,
O licht het òp tot waar de wolken blozen
En geef het, God, de weldaad der narcosen
Van litanieën, hymnen en gebeden.
Slaap, hart, nu slaap! - Doch 't slaapt bij kleine poozen,
't Schreit wild zich wakker uit zijn droom van Eden.
O wil 't met slaap van eeuwigheid omvreden,
Leg 't zacht te ruste in roode liefderozen.
Hadt Gij alleen het voor uw dienst verkoren,
Gedoogend nooit, het met een mensch te deelen,
Hadt ge in een klooster koel me een wijk beschoren,
Ik had gewaakt dat geen het koen kwam stelen.
Nu ligt mijn hart gebroken en verloren,
Uw liefde, o God! vermag het niet te heelen.
O neem mijn hart, verworpen en vertreden,
O licht het òp tot waar de wolken blozen
En geef het, God, de weldaad der narcosen
Van litanieën, hymnen en gebeden.
Slaap, hart, nu slaap! - Doch 't slaapt bij kleine poozen,
't Schreit wild zich wakker uit zijn droom van Eden.
O wil 't met slaap van eeuwigheid omvreden,
Leg 't zacht te ruste in roode liefderozen.
Hadt Gij alleen het voor uw dienst verkoren,
Gedoogend nooit, het met een mensch te deelen,
Hadt ge in een klooster koel me een wijk beschoren,
Ik had gewaakt dat geen het koen kwam stelen.
Nu ligt mijn hart gebroken en verloren,
Uw liefde, o God! vermag het niet te heelen.