03.08.2012, 16:06
Gelijk het eeuwig Paradijs-genot,
Dat, ál herhaald, gewoon leek en gering,
Verfijnd gekruid wordt voor den hemelling
Door 't foltren der verdoemden zien, die God
Verwierp - de Zaalgen vorme' een dichten kring
Rondom den afgrond, waar het Duivlen-rot
De zond'ge zielen martelt en bespot,
En drinke' als wijn 't gekerm der pijniging; -
Zoo mengt mijn wee in 't zeemzoet van uw lust
Een bittre prikkel, frisch en ongemeen.
't Verstoort met wroeging niet uw blijde rust,
Maar smelt harmonisch met uw vreugde inéen.
En vroolijk buigt ge u, wreed en wélbewust,
Over mijn hel van knarstande' en geween.
Dat, ál herhaald, gewoon leek en gering,
Verfijnd gekruid wordt voor den hemelling
Door 't foltren der verdoemden zien, die God
Verwierp - de Zaalgen vorme' een dichten kring
Rondom den afgrond, waar het Duivlen-rot
De zond'ge zielen martelt en bespot,
En drinke' als wijn 't gekerm der pijniging; -
Zoo mengt mijn wee in 't zeemzoet van uw lust
Een bittre prikkel, frisch en ongemeen.
't Verstoort met wroeging niet uw blijde rust,
Maar smelt harmonisch met uw vreugde inéen.
En vroolijk buigt ge u, wreed en wélbewust,
Over mijn hel van knarstande' en geween.