03.08.2012, 10:15
.
Gelijk een priesteres verbloemt de leemen voeten
Van d'afgod, wien zij dient, met kransen blank en rood,
Dat niet verstoren wreed die leemen voeten bloot
't Ontroerend blij geloof der vrome aanbidders-stoeten; -
Zij weet, doch weet alleen. Deemoedig en devoot,
Nog doen haar handen 't werk, dat zij volbrengen moeten,
Doch laat de god haar wreed voor liefdelogen boeten:
Hij valt verplet en slaat de priesteresse dood; -
Zoo deed rondom uw beeld mijn hart zijn kransen ranken
En droomde u edel, sterk en rein, haar schoonen god.
O zie, mijn knielend volk, de extase-leeljen blanken,
De liefderozen brande', als vlammen van genot!
Hoe zal mijn brooze god voor zóóveel trouw mij danken?
- Hij valt, verbrijzelt mij - en 'k hoor een lach van spot.
Gelijk een priesteres verbloemt de leemen voeten
Van d'afgod, wien zij dient, met kransen blank en rood,
Dat niet verstoren wreed die leemen voeten bloot
't Ontroerend blij geloof der vrome aanbidders-stoeten; -
Zij weet, doch weet alleen. Deemoedig en devoot,
Nog doen haar handen 't werk, dat zij volbrengen moeten,
Doch laat de god haar wreed voor liefdelogen boeten:
Hij valt verplet en slaat de priesteresse dood; -
Zoo deed rondom uw beeld mijn hart zijn kransen ranken
En droomde u edel, sterk en rein, haar schoonen god.
O zie, mijn knielend volk, de extase-leeljen blanken,
De liefderozen brande', als vlammen van genot!
Hoe zal mijn brooze god voor zóóveel trouw mij danken?
- Hij valt, verbrijzelt mij - en 'k hoor een lach van spot.