02.08.2012, 19:12
O Vader God! nu wilt ge zoet wel streelen
Met al de aromen van den zomerwind,
Nu wilt gij troosten wel met koren-gelen
En boomen-ruischen uw verlaten kind.
Ge laat wel mooi de wolkenschaduw spelen
Op zonnig land, waar 'n meisje garven bindt,
Ge laat wel lief een laten vogel kweelen
En wilde bloemen zorgt ge dat ik vind.
Ik zie uw hand wel strooien hemelrozen
In westerlucht vol goud en karmozijn,
Ik voel uw adem geurend naar frambozen,
Ik zie uw oogen, die als sterren zijn.
Maar wáarom, Vader, hebt gij mij gekozen
Om mij te wonden met zoo wreede pijn?
Met al de aromen van den zomerwind,
Nu wilt gij troosten wel met koren-gelen
En boomen-ruischen uw verlaten kind.
Ge laat wel mooi de wolkenschaduw spelen
Op zonnig land, waar 'n meisje garven bindt,
Ge laat wel lief een laten vogel kweelen
En wilde bloemen zorgt ge dat ik vind.
Ik zie uw hand wel strooien hemelrozen
In westerlucht vol goud en karmozijn,
Ik voel uw adem geurend naar frambozen,
Ik zie uw oogen, die als sterren zijn.
Maar wáarom, Vader, hebt gij mij gekozen
Om mij te wonden met zoo wreede pijn?