02.08.2012, 19:08
.
Nu wacht mijn ziel, gelijk de visschersbruid,
Wier lief verdronk tien jaar geleden wel,
Waanzinnig turende, in haar tralie-cel,
Of 't bootje weerkeert, zwaar van zilten buit.
Wen wilde storm de golven ópzweept fel
En schepen strande' en meeuwen schreien luid,
Dan wenkt ze en roept: - ‘O blijf niet langer uit!
Lief, hier is 't veilig voor het golvenspel.’
Ziel, wacht gij zoo, vol hoop en blij geduld,
Ná 't leven heil in 't leven u beloofd?
Wordt Gods belofte nimm'r aan u vervuld?
Beklaagd, veracht door àlle als éen beroofd
Van rede, wacht ge of nadert, strale omhuld,
Over de waat'ren God, de zon om 't hoofd?
Nu wacht mijn ziel, gelijk de visschersbruid,
Wier lief verdronk tien jaar geleden wel,
Waanzinnig turende, in haar tralie-cel,
Of 't bootje weerkeert, zwaar van zilten buit.
Wen wilde storm de golven ópzweept fel
En schepen strande' en meeuwen schreien luid,
Dan wenkt ze en roept: - ‘O blijf niet langer uit!
Lief, hier is 't veilig voor het golvenspel.’
Ziel, wacht gij zoo, vol hoop en blij geduld,
Ná 't leven heil in 't leven u beloofd?
Wordt Gods belofte nimm'r aan u vervuld?
Beklaagd, veracht door àlle als éen beroofd
Van rede, wacht ge of nadert, strale omhuld,
Over de waat'ren God, de zon om 't hoofd?