02.08.2012, 18:53
O zie mijn haren, hoe ze, al ijl, vergrijzen!
O zie mijn lippen, hoe ze, al bleek, verstroeven,
Mijn voorhoofd, diep doorvoord van lijdensgroeven,
Mijn oogen, star van dooden zien verrijzen!
Neen, 't zal uw oogen ál te zeer bedroeven,
Neen, 't zal uw lippen ál te bang doen ijzen,
Uw ooge' en lippen, die de schoonheid prijzen,
Die liever lach dan zilt van tranen proeven.
Sla voor 't gelaat me uw sluier van ontfermen
En zie mijn ziel van teedre liefde beven.
Eer God kreeg meelij moest van lijde' ik kermen
En lag verwoest de tempel van mijn leven.
Tegen mijn wanhoop blijf mij trouw beschermen
En neem mijn lied - 't is ál wat ik kan geven.
O zie mijn lippen, hoe ze, al bleek, verstroeven,
Mijn voorhoofd, diep doorvoord van lijdensgroeven,
Mijn oogen, star van dooden zien verrijzen!
Neen, 't zal uw oogen ál te zeer bedroeven,
Neen, 't zal uw lippen ál te bang doen ijzen,
Uw ooge' en lippen, die de schoonheid prijzen,
Die liever lach dan zilt van tranen proeven.
Sla voor 't gelaat me uw sluier van ontfermen
En zie mijn ziel van teedre liefde beven.
Eer God kreeg meelij moest van lijde' ik kermen
En lag verwoest de tempel van mijn leven.
Tegen mijn wanhoop blijf mij trouw beschermen
En neem mijn lied - 't is ál wat ik kan geven.