02.08.2012, 18:52
.
Ik leefde als éen, wie riep: - ‘Gedenk te sterven!’
Wel elken dag het dreigend Leven toe.
Ik dee' mijn taak gedwee, doch bleek en moe
En zonder hoop, den hemel te beërven.
En áltijd voelde ik én de geeselrôe
Van Leven én den vleugelwind van Dood, verderven
Leek doel van levensleed, een graf verwerven,
Het eenig loon voor ál mij wat ik doe.
Toen kwam mijn Liefde en zalfde met haar zegen
Mijn droeve ziel en zalig weenend vlood
Ik in haar armen, in haar kussenregen,
De heerschappij van Leven en van Dood.
- Doch moet te zwaar mijn doem uw schoudren wegen,
Laat los me, o Liefde! uw lijden waar te groot.
Ik leefde als éen, wie riep: - ‘Gedenk te sterven!’
Wel elken dag het dreigend Leven toe.
Ik dee' mijn taak gedwee, doch bleek en moe
En zonder hoop, den hemel te beërven.
En áltijd voelde ik én de geeselrôe
Van Leven én den vleugelwind van Dood, verderven
Leek doel van levensleed, een graf verwerven,
Het eenig loon voor ál mij wat ik doe.
Toen kwam mijn Liefde en zalfde met haar zegen
Mijn droeve ziel en zalig weenend vlood
Ik in haar armen, in haar kussenregen,
De heerschappij van Leven en van Dood.
- Doch moet te zwaar mijn doem uw schoudren wegen,
Laat los me, o Liefde! uw lijden waar te groot.