02.08.2012, 18:51
.
De heeml is weenensmoe en de aarde is week
Van droeven regen, die in rouw verbond
Haar met den hemel, wijl die konde zond
Dat, onder wolken, de oude Zon bezweek.
Doch zie ik plots een plekje zonneblond,
Nog klein en kwijnend, zieklijk teederbleek,
Ik snel al blij - doch wat mij zongoud leek
Is maar een blad gevalle' op zwarten grond.
O stervend herfstblad, zóo de Zon getrouw
Dat gij moet welken midde' in zomertijd,
Aleer weêr blinkt, in reingeregend blauw,
De jonge Zon herreze' in heerlijkheid!
O liefdeblad, dat zacht, in lanerouw,
Als leste lach, uw vlekje zongeel vlijt!
De heeml is weenensmoe en de aarde is week
Van droeven regen, die in rouw verbond
Haar met den hemel, wijl die konde zond
Dat, onder wolken, de oude Zon bezweek.
Doch zie ik plots een plekje zonneblond,
Nog klein en kwijnend, zieklijk teederbleek,
Ik snel al blij - doch wat mij zongoud leek
Is maar een blad gevalle' op zwarten grond.
O stervend herfstblad, zóo de Zon getrouw
Dat gij moet welken midde' in zomertijd,
Aleer weêr blinkt, in reingeregend blauw,
De jonge Zon herreze' in heerlijkheid!
O liefdeblad, dat zacht, in lanerouw,
Als leste lach, uw vlekje zongeel vlijt!